VERSLAG STAGE BIJ ALVARO CASTAGNET

op 13/14 en 15 september in Antwerpen

Papier:

Tijdens stage: Arches 300 gr grove korrel.

Werkt altijd op acidevrij katoen papier

Verf:

Gebruikt W&N, Daniel Smith van Seatle en Holbein.

Kleuren:

De meest gebruikte kleuren zijn: gele oker, ultramarijn, burnt sienna, alizarin crimson, kobalt blauw, ceruleum blauw, cadmium red light, neutral tint, Brown madder en weinig cadmium geel , veridian groen en perylene rood.

Heeft per kleur altijd een warme en koude versie.

In zijn palet zit ook Lavender van het merk Holbein een soort dekkend lichtblauw met veel wit – bij ons niet te verkrijgen. Een vergelijkbaar kleur bij ons is  violet-grijs van Old Holland nr 208.

Rechtstreeks uit de tube wordt puur chinees wit gebruikt voor de witte toetsjes en eventueel foutjes bij te werken.

Penselen:

Gebruikt meestal 3 ronde penselen : merk Alvaro Castagnet dik: Neef 117 nr 10 en fijn: Neef 4400 nr 8 in eekhoornhaar met fijne punt. Je kan ermee fijn schilderen maar houden toch veel water. En 1 synthetisch rond penseel.

Start met zeer dik penseel voor de eerste wassing, daarna ook nog met zeer dik penseel en met synthetisch penseel  en voor de kleinste details en lijntjes: fijn penseel nr 8,

Laat penseel veel water opnemen en veegt het overtollige water af aan een sponsje.

Gebruikt in zijn studio voor grote formaten ook platte penselen.

Tekening:

Maakt vlugge schets met potlood.

Materiaal:

Gebruikt 2 potloden vooral nr 6B en soms voor details nr 2B

De ezel is een zelf gemaakte reisezel op basis van een fotostatief met aluminium plankhouder ( niet stabiel)

Gebruikt ook regelmatig een vernevelspuitje.

Zijn waterpotje is klein en bevat zeer weinig water.

Zijn palet is zeer vuil en wordt bijna nooit gekuist. De kleuren op het palet worden terug hergebruikt.

Kleeft met Tesa het droog blad op een zelf gemaakte map (formaat half aquarelblad).

Deze map gebruikt hij als werkplank op de ezel.

Gebruikt als palet een aquareldoosje in wit email met 16 vakjes en 3 scharnierende palletjes waarvan  één met 2 mengholtes en een deksel eveneens met 2 ovale mengholtes.

De kleuren zijn geschikt in warme kleuren onder en koude kleuren boven in zijn palet.

Werkwijze:

Werkt altijd rechtstaand aan een ezel.

Neemt verf uit de napjes en van op het palet met zeer weinig water.

Weinig water gebruiken en veel pigment. Gebruikt nooit zuivere kleuren- de kleuren moeten gebroken zijn.

Mengt verf op blad en nooit op pallet.

Start met een wassing over bijna gans het blad, spaart bijna enkel hier en daar wat wit uit vooral ter hoogte van het focuspunt

De verf is altijd crèmerig en de napjes zijn nooit uitgedroogd.

Gebruikt soms potlood op het einde om kleine details te accentueren .

Spatten wordt weinig of nooit gebruikt.

Werkt per aquarel  in 2 a 3 fasen .  Na de eerste wassing droogt hij de aquarel met een haardroger.

Start met zeer dikke borstel en weinig detail naar fijnere borstel met meer details.

Gebruikt zeer donkere kleuren omdat deze verbleken bij het drogen.

Neemt zowel potlood als borstel op het einde van de steel vast.

Gebruikt ook veel droge borstelstreken. o.a. voor details op gebouwen buiten het focuspunt

In pas geverfde vlakken gebruikt  hij soms het spuitje om de verf te laten uitlopen ( bloeden).

Of spuit soms op het wit blad vooraleer een wassing te starten.

De aquarellen werden zeer vlug en vlot uitgevoerd met zeer dikke penselen.

Ongeveer een half uur a driekwartier per demo.

Tijdens het schilderen was hij zeer geconcentreerd.

 

Weetjes:

Gebouwen in de achtergrond in een doorlopende vlek schilderen, zonder scheiding tussen de gebouwen, zelfs als ze niet in hetzelfde vlak liggen. Zeer weinig detailleren. Details met droge borstelstreken.

Let op met te natte vlakken. Drogen te bleek waterig uit

Zeker nooit op vochtige verf op het blad nog water toevoegen.

 

Uitspraken:

Techniek alleen maakt geen goed werk. 90 % is wat je erzelf inlegt en 10 % van het werk is techniek.

De 4 even belangrijke zaken bij schilderen  zijn:

  • Kleur( palet)- warm-koud – kleuren beperken
  • Waarden ( values)Toonwaarden – licht-donker
  • Vormen( Shapes)- basisvormen -richtingen -compositie
  • Contouren( edges) – structuur -Nat in nat tegenover droog

Wij denken allemaal te logisch. Het best is als we naief, puur , zonder nadenken werken.

Schilderen is niet perfect, anders is het een illustratie. Niet tekenen en vakjes invullen.

Atmosfeer weergeven. Aquarel moet magisch zijn, gevoelens en sfeer weergeven. Moet tijdloos zijn.

Laat alles weg wat geen meerwaarde brengt aan uw aquarel. Laat u niet dicteren door de werkelijkheid. Verbeter wat je ziet. Vereenvoudig.

Niet bang zijn bij het schilderen.

Krassen mag, wit gebruiken mag. Een mens is een individu dus doe wat je wil als het maar bijbrengt om de sfeer weer te geven.

Een artiest is een individu- tegen de stoom in.

Kunst is een moment, is innerlijk, is intuïtie, het brein mag niet dicteren.

Demo’s

1e demo: In zaal aquarel naar bestaande aquarel straatzicht

2de demo: Demo op locatie van uit portaal van de kathedraal.

3de demo:  Demo op locatie :zicht op gebouw café Rubens vanop de Suikerrui

4de demo: Demo op locatie :zicht op gebouw café Rubens vanuit  de grote Piet Potstraat

5de demo: Demo op locatie :Houtkooltekening van perron in centraal station Antwerpen

6de demo: Demo op locatie :Aquarel van perron in centraal station Antwerpen

7de demo: Demo op locatie :Aquarel van inkomhall in centraal station Antwerpen

 

Besluit

De 4 belangrijke punten bij het schilderen  (palet, values, shapes en edges) door Alvaro aangehaald komen overeen met  deze  uitvoerig beschreven in het boek “Succesvol aquarellen” van Kees van Aalst.

Niettegenstaande het vuile palet komen de aquarellen zeer fris over. Maar eenmaal een vlak geschilderd is komt hij er nooit met andere verf over, tenzij dit vlak droog is.

Starten met het essentiële waar te nemen. Heel belangrijk is dat het focuspunt vooraf gekend is en de compositie tijdens de potloodtekening vastgelegd wordt.

De donkere vlakken ( schaduwen) worden altijd met elkaar verbonden. Geen versnipperde donkere vlekken.

Hoofdmotief zeer scherp uitgewerkt als donker op bleek of bleek op donker. De achtergrond is meestal een middentoon , een wassing die weinig informatief is, die weinig details weergeeft. Maar wel altijd een warm en kouder deel bevat.

Gebruikt ook meestal heel felle  kleuraccenten in hoofdmotief om de aandacht te trekken. Al de rest blijft grijzig.

Richtingen aanbrengen naar het hoofdmotief zoals lijntjes, kijkrichting secundaire personages.

Niet ieder figuur moet scherp zijn. Niet alle figuurtjes isoleren maar enkele groeperen.

Voorgrond niet te leeg laten. Alles uitbalanceren. Voorgrond best iets donkerder om het licht bij het focuspunt meer tot zijn recht te laten komen.

Houtskooltekeningen zijn interessant  om de toonwaarden te leren zien.

Droge strepen op de gevels voor details maken het zachter.

Figuren of auto’s geen contour tekenen maar vlakken. ( in en out). Niet te illustratief.

Bv hoofd langer dan breed. Eén been nat ander droog.

Ooglijn personen even hoog. Tenzij kinderen.

Een schilderij mag niet te veel verschillende kleuren bevatten, anders wordt zoals in de muziek een kakafonie.

Schilder voor uw eigen voldoening en niet voor de anderen of omdat het beter verkoopt.

Techniek kan geleerd worden maar “ a degree of magic “ niet.

 

En vooral oefenen.