VERSLAG STAGE BIJ VIKTORIA PRISCHEDKO 7&8.11.2009

 

PAPIER:

Hahnemühle 600 gram. Ligt los op een multiplex plank- niet vastgekleefd.

Maakt beide zijden van het papier met een spons nat na de schets en voor het starten met aquarelleren.

VERF:

Russische verf en Schminke

KLEUREN:

3 -4 of max 5 kleuren per aquarel. Veel echte kleuren gebruiken en op papier mengen en niet op palet.

Oranje ( Schminke), Ultramarijn, Violet, Citroengeel, Green gold

PENSELEN:  

Gebruikt Da Vinci penselen type kattentong  en type sabel in diktes 30/20/15/10         ( brede penselen met fijne punt) alsook een fijne sleper voor de details

TEKENING:

Schetst  vooraf  met zachte potlood. Het potlood komt niet van het blad en pink steunt op het blad. Tekent meer details dan er nadien in de aquarel te zien zijn. Door  aquarel worden vele potloodlijnen  tijdens het werk moeilijk zichtbaar.

WERKWIJZE:

Start met wit blad op multiplexplaat die licht onder helling ligt en maakt gedurende ongeveer 1 minuut in haar gedachten de schets op papier (Compositie).

Schetst in potlood het onderwerp.

Focuspunt ligt op ongeveer 1/3e-2/3e verticaal en horizontaal.

In de tekening komen altijd verticalen en horizontalen voor.

Maakt aquarelblad 2-zijdig nat met spons en dept onmiddellijk met papier keukenrol het focuspunt droog, alsook enkele ander plaatsen die belangrijk zijn in haar compositie.

Bekijkt een minuut lang terug haar blad op de kleuren – toon en warm koud verhoudingen te bepalen.

Schildert nat in nat de grote vlakken en laat deze vlakken af en toe raken aan elkaar en in elkaar uivloeien.

Werkt bijna alles af in nat maar houdt steeds haar afdep-papier in de hand om borstel te drogen en papier waar nodig af te deppen vooraleer zij meer details schildert of verf wegneemt voor bomen, ramen enz.

Zij werkt steeds van grote massa’s naar fijner en fijner, terwijl ondertussen het papier droger en droger wordt( van boven naar onder door de helling van de plank)

WEETJES:

Zij gebruikt veel pigment en weinig water voor de (grovere) details.

Gebruikt citroengeel met veel pigment om in donkere ondergrond lichte lijntjes ( bv takjes )te schilderen- deze duwen het donkere pigment weg.        

Schildert veel in positief, maar evenveel in negatief- zodat de blekere vlekken nog meer contrasteren.

Geeft enkele ramen weer om een ritme te geven . Niet alle ramen of details worden geschilderd.

Details focuspunt worden met fijne sleper en veel pigment geschilderd zoals men met een stift tekent.

Hoe dichter de voorwerpen hoe meer contrast, hoe verder hoe vager- en koudere kleuren.

Schildert reflectie of schaduw op de grond onder de figuren.

Licht lantaarns met citroengeel- veel pigment.

Een hoofdaccent en eventueel meerdere bijaccenten.

Bij achteraf negatief schilderen de  donkere vlekken laten uitvloeien tot niets door 2 maal  te omranden met water.

Niet alle bomen even groot en dik tekenen. Verschillend maken geeft meer spanning en is niet monotoon.

Personen zijn Viktoria  altijd oranje + citroengeel en onderaan een tikje ultramarijn.

Bij tegenlicht figuur donker maken door bv alizarine toe te voegen.

Rauwe Sienna is lichter en transparanter dan okergeel.